zaterdag 22 april 2017

Het afscheid van de hoofdredacteur Lútsen Kooistra van Friesch Dagblad op 21 april 2017 in de Grote Kerk te Leeuwarden


                                                          


  EWOUD KREMER


Bewondering heb ik altijd voor mensen die iets kunnen of doen met overtuiging.
Mijn adoratie voor mijn opa komt natuurlijk ook door de kinderogen die hem zagen.



foto van Jan Thijs de Haan.
Bilderdijklaan
Als volwassene blijf je vroeger zien met kinderogen.
Maar vandaag zag ik met volwassen ogen een man spreken over mijn opa.
En ik voelde trots en vele emotie s stroomden door mijn hoofd.
OPA was halverwege al naar buiten gegaan en rustig een sigaret hebben gerookt .
Hij zou gezegd hebben dat zijn daad heel normaal was.
Maar het weigeren te tekenen voor lidmaatschap aan een journalisten-NSB club is voor mij een helden daad.
Hij hield vast aan zijn principes en ondanks de dreiging van deportatie of erger hield hij vast aan zijn principes. Gelukkig bleven de gevolgen uit .
Bijgaande foto is van een boek die ik vandaag heb gekregen met daarin de door opa geschreven brochure "niet geknecht"
Hij spreekt op de laatste pagina de hoop uit dat het een historisch document mag zijn en blijven.
Helaas was het vergeten maar nu is opa toch geeerd.

Dank u lieve opa wij zullen het niet vergeten.

Kijk na 22 april www.omropfryslan.nl/nietgeknecht


Foto's van Lianne
20170421_175223_resized.jpg wordt weergegeven
We zijn nu bij het laatste punt van het programma, voordat de receptie kan beginnen.
Ik besef, dat ik eigenlijk niet heb gedacht aan de kans op het kunnen plassen.
Nu wordt het misschien nodig er aan wel te denken.
Ik beoordeel de kans om de kerkzaal te verlaten om de behoefte te doen.
Is er een uit-deur achter ons?
Daar immers heeft niemand last van.
Ik zie twee kansen.

Ik besluit een van de deur te kiezen en loop naar deze deur toe,
Het lukt me hem te open.
Dan komt er weer een deur.
Op goed geluk, maak ik deze deur open.

Ik sta nu buiten en lees dan het bordje GEEN UITLAATVELD.
In de haast realiseer ik me, dat ik wel een behoefte heb.
Snel zie ik het kerkgebouw.

Dan realiseer ik me, dat als ik in de stad Groningen bij de Martinitoren kwam, ik rook dan de behoeftes van voorbij passerende mannen....... en dan kreeg ik ook deze behoefte ook!

Deze gedachte en het zien van GEEN UITLAATVELD deed me kiezen voor het plegen van een plasje tegen de sterke en oude muren van de GROTE of JACOBIJNER .
Bijna lukte het, maar wel moest ik letten op de voorbijgangers,

Daarna zocht ik de officiële ingang en ik vond hem.
Ik kwam in bij de REFTER naast de kerkzaal, daar vond ik de bedienden en een losse gast, die ook de kerkzaal had verlaten en die wachtte op de gelegenheid om de kerkzaal weer te betreden.
Hij vertelde, dat hij daar zat uit protest, want hij zag een paar mensen stiekem de kerkzaal te betreden, maar hij vond dat eigenlijk zwaar beledigend.
In de REFTER wachtte hij op de gelegenheid, die hem uitkwam.
Vervolgens maakte mij attent op een stoel naast hem.
Dan konden wij samen op de gelegenheid wachten.
Ik weigerde dat een beetje, want ik wilde toch graag meebeleven wat er in de kerkzaal  gebeurde,

Toen zag ik de bedienden lopen naar de ingang en ze stonden op het teken om de receptie te beginnen met hapjes en drankjes.
Ik voegde mij bij hen.....bij de kerkzaaldeur.

Ik zag Jan Kremer met zijn lengte en de rest van de familie in de kerkzaal.
Volgens Heleen had ik een behoefte vervuld.

Ze vertelde me:
"Kooistra wilde jou bij hem hebben om het postuum boek met illustraties NIET GEKNECHT te overhandigen.
Maar ik wist niet, waar je was!
Dus ik stuur Marthijs het geschenk in ontvangst te nemen.
Kijk dit is het boekje.
Vervolgens zag ik het boekje.

Tijdens de receptie had ik een uitvoerig gesprek met een Zuidhorner,
Hij vertelde, dat hij op de ulo was geweest in Noordhorn en kreeg les van Folkert en niet meer van mij.
Hij deed iets, momenteel, met de archivarie.
Inderdaad hij kende Hans Beek..
Grappig!.

We gingen Kooistra een handje geven en bedanken voor alles.
Dit alles maakte veel op ons indruk...op één zaak maakte ik nog een opmerking, namelijk ik had geconstateerd, dat hij geen rode broek droeg.
Waarschijnlijk te gewaagd!

Wij verlaten de JACOBIJNER en moesten langs het bordje met GEEN UITLAATVELD.
Daar liep een man en je raadt wat bij zich had een PITBULL zonder riem!
Op dat moment kwam er ook een KEFHONDJE over het Geen uitlaatveld.
Zij, de honden, raakten niet in paniek, maar wel de eigenaren.
Met veel drukte deden de honden weer aan de riem.

Dit alles om het panieken te voorkomen.
De eigenaar van het KEFHONDJE uit bezorgdheid en de eigenaar van de PITBULL, vanwege het doorbijten!
Zo kwamen we bij parkeergarage!

20170421_161606_resized.jpg wordt weergegeven


20170421_161553_resized.jpg wordt weergegeven



Moesten het nou snoepjes of zeep zijn?

Op a en oma hadden een tuin, wij thuis een balkon.
Op mooie zonnige dagen mochten we de tuin in en lagen dan ook in het gras te genieten.
oom Jan woonde nog thuis en ik keek tegen hem op.
Ja , echt!
Hij was namelijk zee-kapitein op een groot schip.
Hoe ik dat weet??
Achter de keuken was een ruimte met een wastobbe.
Er was geen douche in het huis.
Dus deed hij ook dienst als bad.
Vanuit dat bad zag ik een witte pet met een zwarte klep.
Je kent ze vast wel.
Die pet was een grote schat.
Zo'n ding, dat je graag wilde aanraken.
Ik vroeg im van wie dat orakel was, "Van Jan", was het antwoord.
Dus wachten tot Jan Thijs was en voor zijn jas uit had, stelde uj vraag op vraag over die magische pet.
"Die pet, Ewoud, heb ik, omdat ik een kapitein was op een groot schip.
Ik heb alle zeeën bevaren.
Hij zette de pet op en ik wist zeker MIJN oom was kapitein.
Ik hing aan zijn lippen over piraten, die hij had weggejaagd.
Wow, dat was mijn oom.

foto van Jan Thijs de Haan.

Diezelfde oom kwam ons bekijken in de tuin en schudde zijn hoofd.
"Man, man, man wat zijn jullie vieze kinderen", zei hij tegen ons.
"Hier pak aan".
Hij gaf ons een stapel dubbeltjes en zei:
"Gas zeep kopen, dan zal ik jullie eens goed wassen".
Wij gingen naar de winkel en onder het lopen bedachten wij, dat hij vast geen zeep bedoelde, maar snoep.
Weer aangekomen op de Bilderdijklaan lieten wie oom Jan onze nieuwe schatten zien.
Er verscheen een boze rimpel op zijn voorhoofd.
"Dat is toch geen zeep,nu blijven jullie stinken".
Ik heb de snoep niet meer aangeraakt.
Op oma's gezicht was een glimlach, maar ik zag het niet.


OOM JAN na 44 jaren durf ik eindelijk te vragen was het zeep of snoep.?????

20170421_140133_resized.jpg wordt weergegeven


20170421_162238.jpg wordt weergegeven


20170421_153656.jpg wordt weergegeven


20170421_153644.jpg wordt weergegeven


20170421_153636.jpg wordt weergegeven


20170421_153537.jpg wordt weergegeven


20170421_160334.jpg wordt weergegeven
Foto's van Lianne en van MOEKE



Afscheidsbijeenkomst Lútsen Kooistra
als hoofdredacteur van het Friesch Dagblad
in de Grote Kerk te LEEUWARDEN

Met medewerking van:

GEERT MAK, journalist en schrijver

CATHERINUS ELSINGA, voorzitter Commissie van Redactie

JITSKE LEIDELMEIJER, chef regioredactie Friesch Dagblad


Met muzikale medewerkinDe g van:

THEO JELLEMA, orgel

NYNKE LAVERMAN, zang

SYTZE PRUIKSMA, piano en marimba











De heer JAN KREMER,



De oudste deelnemer van de familie DE HAAN


De KERKZAAL















Gereserveerde plaatsen
MUZIEK en TOESPRAKEN




















Het orgel!
Genodigden van de familie DE HAAN






















Het interieur van de Grote Kerk te Leeuwarden
                                                              Het PREEKGESTOELTE
De glas-in-lood RAMEN















De heren DE HAAN
                                                               ...oplettende heren!














Het PREEKGESTOELTE werd alleen gebruikt door de fotograaf!
                                     ...er werd gekozen voor de laatste rij door der gereserveerde HAANTJES!




Geínstalleerd;













De HAANtjes,
de KREMERs
de Van OMMENs















...en achter een pilaar verstopt de heer LÚTSEN KOOISTRA zich!
Hij incasseerde alle aandacht!














...geen wonder!
De gepensioneerde HOOFDREDACTEUR van FRIESCH DAGBLAD!
WELKOMSTWOORD door Jan IENCE FROENTJES
voorzitter vereniging Het Friesch Dagblad
Zij trok haar beste KOP voor de gelegenheid!






foto van Ad Fahner.


INLEIDING
Geert Mak

Hoe sterk is de eenzame fietser?












De fotograaf in de aanslag!


...op het preekgestoelte!
                                                                    Hij GLIMLACHTE!














De EENZAME SPREKER



Hoe sterk is de eenzame-fietser


MUZIKAAL INTERMEZZO
Nynke Laverman en Sytze Pruiksma

ALD MEI DY


TOESPRAAK
Catherinus Elsinga, namens bestuur en commissie van redactie vereniging Het Friesch Dagblad

Lútsen, hoop en charisma

De toehoorders!














Catherinus Elsinga




Het cadeau wordt aangeboden aan LÚTSEN KOOISTRA
De onthulling.....

Een schilderij van HENK HELMANTEL


foto van Ad Fahner.


Muzikaal intermezzo






Nynke Laverman en Sytze Pruiksma
Toespraak
N

Tiden hawwe tiden
                                                                   Jitske Leijdelmeijer,
namens de redactie

Afscheidstoespraak

Lútsen Kooistra
Wat zou jij doen?

Orgelspel
(aankondiging Lútsen Kooistra)

J.S. Bach, BWV 768, VARATIO X
Sei gegrüsset, Jesu gútig/O Jesu, du edle Gabe


Afscheidsreceptie

* Ter gelegenheid van het afscheid van Lútsen Kooistra verschijnt
de brochure 'Niet geknecht', met deze toespraak als nawoord.
Van de in de bochure opgenomen illustraties is ook een filmische
bewerking gemaakt, die op 22 april 2017 om 18. 20 uur ( met ieder
uur een herhaling) wordt uitgezonden op Omroep Fryslân televisie.
De film is terug te zien op: www.omropfryslan.nl/nietgeknecht.

It ferhaal fan it Friesch Dagblad yn de Twadde Wrâldoarloch Wat soesto as nijsmedium dwaan yn tiden fan oarloch? Hoe hâldst dy steande en hoe fier giest mei yn wat de besetter wol, sûnder datst dyn pr
OMROPFRYSLAN.NL


Uit:
FRIESCH DAGBLAD

LÚTSEN KOOISTRA

Twee kranten in
de provincie, dat
is een rijkdom

Zijn halve werkzame leven heeft hij het Friesch Dagblad geleid.
Al hoofdredacteur en journalist ook als directeur.
Een dubbelfunctie die veel van je vergt, maar die ook waardevolle contacten heeft opgeleverd.
Mensen met theologische inzichten zoals professor Klaas Runia, of met politieke inzichten zoals voormalig staatssecretaris Klaas de Jong Ozn van Onderwijs.
Met hem sprak Kooistra wekelijks:
Een grote vriend en een intellectuele sparringpartner.
En natuurlijk de leden van de in verhouding kleine redactie van het Friesch Dagblad.
Een geweldige ploeg goed opgeleide mensen die haarfijn aanvoelen waar de krant voor staat, vindt Kooistra.
"Mensen die mij ook veel hebben geleerd."


Na de kweekschool in Sneek werd hij in 1971 journalist bij het Friesch Dagblad.
Hij moest op de Huizumerlaan nummer 30 verschijnen bij hoofdredacteur Hendrik Algra voor het sollicitatiegesprek.
Die vroeg hem:
"Fan wa bisto ien?"
De jonge Lútsen antwoordde:
"Fan master Kooistra."
Waarop Algra zei:
"Dan bist oannaam."
Hij stond binnen een paar minuten weer buiten,
Kooistra hield zich op de krant bezig met onderwijs, geestelijk leven en binnen en buitenland.
Het was een periode waarin veel gebeurde.
Het werk voor de krant en zijn persoonlijkheid en interesse pasten goed bij elkaar.
Er was in de jaren zeventig in de theologie van alles aan de hand waarover hij kon berichten, bijvoorbeeld het inzicht dat Jezus een jood was en welke gevolgen dat heeft voor het geloof.
Toenmalig hoofdredacteur Ype Schaaf stuurde hem naar theoloog A. S.  van der Woude die hem uitlegde hoe de vork in de steel zat en dat het rabbijnse jodendom in de tijd van Jezus ver af stond van het Jodendom van het Oude Testament.
In 1984 kreeg Kooistra een baan als journalist bij het katholieke dagblad Het Buitenhof in De Haag.
Hij versloeg daar onder meer het bezoek van paus Johannes Paulus 11 aan Nederland.
In 1992 werd hij hoofd communicatie bij het Nederlands Bijbelgenootschap.
Ook dat was voor hem een interessante periode omdat er daar destijds veel werd gediscussieerd over de uitgangspunten van de Nieuwe Bijbelvertaling.
Ondertussen hoorde hij dat het niet goed ging met het FRIESCH DAGBLAD.
Kern van het probleem was dat de toenmalige hoofdredacteur koerste naar overname door de Leeuwarder Courant.
Verschillende oud-collega's namen destijds contact op met Lútzen.
Ook oud-hoofdredacteur Ype Schaaf belde met de mededeling in het stadsfries:
"Seun, we mutte prate."
Uiteindelijk werd Kooistra gevraagd om terug te komen.
Zo werd hij hoofdredacteur van de zelfstandige krant het Friesch Dagblad.

Wist je wel waar je aan ruim 22 jaar geleden?
"Deels wel, deels niet.
Het Friesch Dagblad was voor sommige mensen een 'steen des aanstoots'.
De krant stond en staat voor been overtuiging en een visie die sommige mensen juist achter zich wilden laten.
Ex-gereformeerden bijvoorbeeld.
Die hebben soms levenslang moeie om hun afkomst een oplek te geven in hun leven.
Het kostte soms veel energie om die weerstand en regenstand te neutraliseren of in iets positiefs om te zetten.
Maar gelukkig speelt dit steeds minder.
We zien juist dat meer mensen van buiten onze traditie een beeuste keuze maken voor het Friesch Dagblad , vanwege onze journalistieke kwaliteit.
Iedere weldenkende Fries zpu blij moeten zijn met twee kranten in de provincie.
Dat is een ongelooflijke rijkdom."
Ïk had het geweldig naar mijn zin Zuid-Holland.
Een mooie baan en er was van alles docht in de buurt waarmee ik mijn ontwikkeling kon verbreden:
De Koninklijke Bibliotheek, de Universiteit van Leiden, het Concertgebouw, het strand.
Maar toch toch heb ik 'ja' gezegd.
Het in stand houden van de protestantse traditie, vooral ook in de media heeft een belangrijke rol gespeeld bij de beslissing.
Die traditie stond onder druk en de baan als hoofdredacteur van het Friesch Dagblad gaf de kans te werken aan vernieuwende vormen en verhalen.
Het in in rapport brengen van de traditie met een snel veranderende samenleving.
En dan gaat het niet alleen over het geestelijk leven, maar ook over zaken als natuur en milieu, duurzaamheid, economie, onderwijs of zorg,
Hoe kunnen we verantwoordelijkheid en zinvol leven."
"Makkelijk was het in het begin niet.
Ik kwam terecht op een verdeelde krant.
De redactie was in verwarring en het bestuur wist niet wat er moest gebeuren.
De mogelijkheid om samen te gaan met de Leeuwarder Courant lag nog altijd open.

MAKKELIJK WAS HET
IN HET BEGIN NIET.
IK KWAM TERECHT
OP EEN VERDEELDE
KRANT

Een ledenvergadering van de Vereniging Het Friesch Dagblad over de toekomst van de krant staat me nog scherp voor geest.
Hoe voorvechters van zelfstandigheid met een groot hart voor het Friesch Dagblad , mensen als Fedde de Jong, Berend Talsma, Catherinus  Elsinga, Pieter Wijbenga en anderen gloedvolle pleidooien hielden voor een zelfstandige krant.
De avond zorgde voor een positieve draai aan het zelfbewustzijn van de leden.
Ze besloten voor voortzetting van de zelfstandigheid.
Het bestuur kon daarin niet meegaan.
Het besloot af te treden en plaats te maken voor nieuwe mensen."
Kooistra voegt eraan toe:
"De leden hebben gelijk gekregen.
Bijna 23 jaar later heeft de krant nog steeds een zelfstandige redactie en brengt zij haar eigen visie en eigen kijk op het nieuws."
Wel een zelfstandige redactie, niet meer een zelfstandig bedrijf.
Dat had alles te maken met de financiële crisis van 2008 waarna de advrertentie-inkomsten snel verminderden.
Dat gebeurde trouwens bij het Friesch Dagblad met een vertraagd effect waardoor het leek dat de krant er veel minder last van had dasn andere mediabedrijven.
Bovendien ging het redelijk goed met het abonnementenaantal.
De crisis leek voor de krant mee te vallen.
Toch ging het uiteindelijk mis en dreigden er financiële moeilijkheden.
Een bank gaf de krant de tijd om nieuwe mogelijkheden te zoeken.
En die dienden zich aan.
NDC, een conglomeraat van kranten (Leeuwarder Courant, Dagblad van het Noorden en lokale kranten) zat zwaar in de schulden en moest worden gered.
FB Oranjewoud, een fondsenverstrekker met diepe zakken, bood hulp.
De stichting wilde ook het Friesch Dagblad  ondersteunen, werd al snel duidelijk.
In een gesprek met fondsbeheerders Jorrit Volkers en ING-bankier Maarten Hopman was het gauw geregeld.
Voorwaarde was wel dat de krant onderdeel zou worden van de DC.
Ook zou de krant onderdak moeten vinden in het Leeuwarder gebouw van de NDC, waarop ook de naam Friesch Dagblasd ging prijken.
Een licentieovereenkomst biedt een garantie voor de redactionele zelfstandigheid van de krant en de titl is eigendom van de Vereniging Het Friesch Dagblad.
Kooistra is er blij mee dat in zijn periode als hoofdredacteur/directeur de krant niet alleen een brenger van nieuws is geweest, maar zich ook op andere manieren heeft gemanifesteerd.
Op zijn initiatief verschenen een bundel over economische keuzes en de boeken Vaderlands verleden en Frieslands verleden, geschreven door redacteuren en medewerkers waarbij het laatste inmiddels de derde druk heeft.
Ook werden er lezersbijeenkomsten gehouden over veel maatschappelijke onderwerpen, bijvoorbeeld over het populisme naar aanleiding van een boek van filodoof Sybe Schaap en werden er concerten georganiseerd.

Protesten
Dat geeft volgens hem aan dat het Friesch Dagblad meer is dan alleen een krant.
Het is ook een beweging die mensen meer wil bieden dan alleen het nieuws.
"De krant is gegroeid naar een krant die door mensen van alle richtingen wordt gewaardeerd."
"Wat mij vooral heeft getroffen is de trouw van de lezers en het gevoel van gemeenschappelijkheid.
Die uiten zich niet in kritiekloos volgen wat de krant doet.
Integendeel, zodra de krant in de ogen van lezeres afdwaalt van haar eigen pretenties en doelstellingen, volgt er steevast protest.
En dat houdt ons scherp bij de les.
De betrokkenheid van de lezers geeft het bestaan van de krant een vorm van vanzelfsprekendheid die heel bijzonder is.
Ik hoop ook dat mijn opvolger de trouw van de lezer en dienst verwachtingen over het belang van de krant hoog in het vaandel heeft staan.

Een half leven bij het Friesch Dagblad Ziel en zaligheid erin gelegd.
Kun je de krant eigenlijk wel loslaten?
"Dat zal wel moeten en ik denk ook dat het lukt.
Vooral door te kijken naar wat we al die jaren samen hebben bereikt.
Zes dagen per week een krant gemaakt.
Het Friesch Dagblad is de afgelopen jaren in kwaliteit en betekenis gegroeid.
Alle reden dus om met dreigde afscheid te nemen.
Maar ik ben me ervan bewust hoezeer de krant mij in het dagelijks leven structuur bood.
Je bent altijd de journalist die om zich heen kijkt, luister, waarneemt en betekenissen probeert te ontdekken.
Ik moet dus dus op zoek naar nieuwe structuren.
Er zijn er al een paar:
Fanatiek orgelspelen en oude thema's in mijn leven oppakken
Bijvoorbeeld de vraag waar de menselijke geest is gebleven- een filosofische kwestie.
Het stapeltje boeken en artikelen daarover ligt al een poosje klaar.
En vast:
De bern en bernsbern meer zien.
Ik zie me al in de trein zitten naar Den Haag en Rijswijk, waar ze wonen."

Christoforus
Het eerste wat hij gaat doen zodra hij met pensioen is, is wandelen in Italië.
Kooistra (afgestudeerd filosoof aan de Vrije Universiteit) gaat verder bezig met datgene wat al jaren zijn interesse heeft en dat zich op het grensvlak van filosofie en theologie bevindt:
Een onderzoek naar de menselijke geest,
Die geest is weggedacht uit filosofie, theologie en in de samenleving.
Dat is een ernstige verarming en maakt het moeilijk om de Geest van God te zien.
Ook wil hij het verhaal van Christoforus opnieuw vertellen en opschrijven.
Dat gaat over de heilige die volgens de legende Christus heeft gedragen door het water.
"Een mooi verhaal met een grote betekenis, ook als oproep."

Welke mooie gebeurtenis is je het meest bijgebleven?
Dat kan ik niet zeggen:
Er is zoveel.
Een briefje van een abonnee om te zeggen dat ze voor ons bidt, een bedankje van een lezer voor een prachtig verhaal in de krant, ontmoetingen met lezers die vertellen welke betekenis de krant heeft in hun persoonlijk leven, gesprekken met collega-hoofdredacteuren,-directeuren en mensen van het Bedrijfsfonds voor de Pers of het ANP.
In de kern ging het om de waardering en soms zelfs de bewondering voor,lichte jaloezie over de inzet van de redactie om een bijzondere, goede krant te maken.
En natuurlijk de financiële acties onder lezers.
Daar kan iedere andere krant jaloers op zijn."

Dieptepunten waren er vast ook.
"Zeker.
Momenten van teleurstelling en ook wel van woede.
Vooral als werd geprobeerd het Friesch Dagblad onrecht te doen of schade toe te brengen.
Zelfs ook door mensen die ik tot de eigen kring rekende.
Maar de herinneringen daaraan laat ik graag achter me.:

Je schreef meer dan twintig jaar bijna iedere dag een hoofdartikel.
Is er in die hoofdartikel een rode te zien?
"Ik zou zeggen: Meerdere rode draden,
Sommige zijn mede gevlochten door  Klaas de Jong Ozn, grote vriend en oud-voorzitter van de Vereniging Het Friesch Dagblad.
Wij schreven ongeveer als eersten tegen het neoliberale denken, tegen de vertoetsing (Cito) van het onderwijs en over de onhoudbaarheid van wat gangbare landbouw heette.
We schreven ook over het verval in de politiek:
De ommezwaai van beginselpolitiek naar een politiek van opportunisme en kiezersgunst.."
"Een rode draad is ook de nuchterheid en distantie:
De ontmasker van het modieuze, van het 'onvermijdelijke'  en van schaalvergroting en professionalisering in bijvoorbeeld kinderopvang of in sociaal en maatschappelijk werk

De menselijke geest
is weggedacht uit
filodofie, theologie
en samenleving.
Dat is een ernstige
verarming

De protocollering die tot in de haarvaten van publieke diensten, banken, verzekeringen en zorg is doorgedrongen, leidend tot anonimisering en het verdwijenen van verantwoordelijkheden door 'systemen'.
Het laten vallen van groepen mensen die niet kunnen voldoen aan de eisen die de samenleving stelt.
Al die rode draden samen gaan over wat recht is, over wat zorg behoeft, over het opkomen voor het goede."

Heb je het gevoel dat je invloed hebt gehad op de Friese samenleving?
"Wellicht minder óp de samenleving en meer in de samenleving.
We hebben als krant invloed gehad op wat mensen vinden, we hebben ontwikkelingen in de kerken en in de samenleving versterkt.
We zeiden opde redactie wel eens dat we sons te vroeg waren met opvattingen.
Dingen die wij al'voorspeld' hadden, zagen we een tijd later gebeuren."
"Grappig was de ervaring tijdens spreekbeurten dat iemand uit het oubliek uitspraken deed die ik drie dagen eerder zelf in een hoofdartikel had geschrevenb.
Soms hoorde ik mijn zinnen letterlijk terug".

Wat denk je:
Zouden we voorlieden uit de traditie van het Friesch Dagblad, bijvoorbeeld Abraham Kuyper of Hendrik Algra trots op je zijn?
"Nou, dat is een lastige.
Ik hoop dat ze zouden herkennen hoe het Friesch Dagblad kernwaarden van de traditie bewaard heeft en toepast op onze tijd.
Ik ziou het ook fijn vinden als ze zouden zien hoe onze krant steeds probeert oprecht te zijn, ergens voor te staan, moed te hebben in moeilijke tijden in het vertrouwen dat he Friesch Dagblad is ingebed in, uiteindelijk, geestelijk waarden".

Wat ga je het meeste missen?
Zonder aarzelen:
"De collega's op de reactie.
We kennen elkaar in veel gevallen al heel lang.
We vormen een werkgemeenschap.
De vertrouwdheid, de spiritualiteit en de collegiale dienstbaarheid zijn dingen die ik echt ga missen-het zijn prachtige mensen.
Jammer dat ik niet meer van dichtbij kan zien hoe de mensen zich ontwikkelen, hoe ze groeien in hun kracht."

Blijf je voor het Friesch Dagblad schrijven?
Lachend:
"Mijn opvolger beslist daarover.
Maar als ik iets kan betekenen, dan hoor ik dat graag."



* Op vrijdag 21 april om 15.00 uur begint in de Grote Kerk Leeuwarden een afscheidsbijeenkomst.


Commentaar:
Wij leerden Lútsen pas kennen, toen hij kwam vertellen, bij ons in de tuin, wat hij van plan was rond de brochure van vader 'Niet Geknecht" op 21 april 2017.

Hij vertelde , dat hij heel graag een gesprek zou kunnen voeren met Jan de Haan.
Op dezelfde wijze zou ik ook heel graag bij dat gesprek tussen van Lútsen Kooistra en Jan de Haan zijn.... uiteindelijk waren wij  in ons hart: 

Eenvoudige schoolmeesters met een roeping! 

2 april 2013:
Het Friesch dagblad rolt ( net als de Leeuwarder Courant) voor het eerst als ochtendkrant van de pers. 
Lútsen Kooistra:
"We hebben als krant invloed gehad op wat mensen vinden, we hebben ontwikkelingen in de kerken en in de samenleving versterkt."
Foto: Catrinus van der Veen. ANP



Uit:

TROUW


Geïnspireerde eigenwijsheid kenmerkt het Friesch Dagblad nog steeds

Stevo Akkerman 

Nu we in het tijdperk leven van alternatieve feiten, nepnieuws en infotainment, kan het geen kwaad eens terug te kijken naar waar we vandaan zijn gekomen. Afgelopen vrijdag gebeurde dat op een mooie manier in de Grote Kerk van Leeuwarden, waar Lútsen Kooistra na 22 jaar afscheid nam als hoofdredacteur van het Friesch Dagblad; een natuurlijk moment van achteromkijken.

Kooistra, die ik overigens na ruim dertig jaar vriendschap meestal bij de voornaam noem, wijdde zijn afscheidsspeech aan de geschiedenis van zijn krant tijdens het eerste jaar van de Duitse bezetting, toen alle kranten in Nederland in de tang werden genomen door de nazi’s. Redacteuren werden gedwongen lid te worden van het gelijkgeschakelde Verbond van Nederlandse Journalisten, elke provincie kreeg een Duitse Pressereferent die de kranten controleerde. Bij het Friesch Dagblad, uitgegeven door een vereniging, was men daar niet van gediend, om het zacht uit te drukken. Bestuur en redactie besloten de uitgave van de krant in mei 1941 te staken – het enige dagblad dat die keuze maakte.

Ik formuleer dit nu droog en feitelijk, maar wat hier gebeurde was een verzetsdaad, die de redacteuren niet alleen brodeloos maakte, maar hen ook in gevaar bracht. Dat gold met name voor waarnemend hoofdredacteur Jan de Haan, die over deze episode in 1946 een brochure schreef onder de titel ‘Niet geknecht’. Ter gelegenheid van het afscheid van Kooistra is deze tekst opnieuw uitgegeven en op basis van tekeningen van Laurens Bontes is er ook een film van gemaakt: www.omropfryslan.nl/niet geknecht.

De Haan (later hoofdredacteur van een Groningse krant die in 1965 opging in Trouw) beschrijft hoe hij na het opheffingsbesluit werd ontboden bij de Pressereferent en rekening hield met het allerergste. “We hadden alles in beginsel reeds ten offer gebracht: ons werk, ons brood, onze vrijheid, ons leven misschien…” Toch was hij in alle rust naar het verhoor gegaan. “Nooit heb ik op een rit naar Leeuwarden met de bus zo kalm en stil mogen genieten van het Friese landschap.”

Die rust kwam voort uit de overtuiging dat er geen andere keuze was, wat geworteld was in het gereformeerde geloof van De Haan en de zijnen. Daar sloot Kooistra in zijn toespraak op aan, niet door heden en verleden aan elkaar gelijk te stellen (de omstandigheden zijn veranderd, het geloof ook), maar door te wijzen op de houding van de mensen van toen: ze handelden oprecht en stonden rechtop. Die geïnspireerde eigenwijsheid kenmerkt het Friesch Dagblad nog steeds, al was het maar door met 12.000 abonnees koppig te blijven voortbestaan, tegen alle economische wetmatigheden in. Het kenmerkt ook de serieuze inhoudelijke aanpak van de krant.

Tiden hawwe tiden, heette het vrijdag. Ook de tijd kent zijn getij, dat van voor- en tegenspoed. Het Friesch Dagblad zou daarin niet overeind zijn gebleven als het geen besef van journalistieke roeping had gehad. Het klinkt wat gezwollen, maar de geschiedenis van 1941 en daarna bewijst dat het zo is.


De correspondentie met het secretariaat van Friesch Dagblad
Geachte heer De Haan,

Wij zien terug op een bijzondere bijeenkomst, met als (een van de) hoogtepunt(en) de uitreiking van het prachtige boekje. 
Van mijn collega's hoorde ik dat uw familie al ruim is voorzien (meer dan de beloofde acht boekjes). Ook gisteren zijn er nog twee verstuurd aan een broer en zus van u. Deze zes zal ik u nog toe laten sturen, maar mocht u er meer willen hebben dan rekenen wij 10 euro per stuk. 

U kunt uw bericht aan Lútsen Kooistra naar mij sturen, dan zorg ik dat hij het ontvangt.


Met vriendelijke groet,

Titia van Milgen


Het eerste gesprek voerde ik met Lútsen Kooistra per telefoon!
Toen hij begon over 'NIET GEKNECHT' reageerde ik  waarschijnlijk te snel, maar hij verraste mij, omdat ik zo juist het drieluik reeds in mijn bezit had
De tekening van JAN DE HAAN maakte ik zelf en mijn zwager ANNE CORNELIS DORST schreef de tekst met schoonschrift.
En u hoorde ik Lútsen Kooistra waarachtig over 'GEEN GEKNECHT' als HERUITGAVE met tekeningen door het FRIESCH DAGBLAD.

Dit was mijn HERUITGAVE in de vorm van een DRIELUIK:





MOGE HET ALS EEN 

"HISTORISCH DOCUMENT" 

BEWAARD BLIJVE !!

Deze uitspraak van JAN DE HAAN had ik als zoon goed in mijn oren geknoopt!

Wat bleek mij toen ook, DAT DE SCHEIDENDE HOOFDREDACTEUR LÚTSEN KOOISTRA
van het FRIESCH DAGBLAD de oren op de goede plaats had zitten!!

Dat heeft veel indruk op mij gemaakt!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten