De winter van februari ‘79
De winter van februari 1979 was bar en boos, de drie noordelijke provincies waren compleet van de buitenwereld afgesloten, zo ook in dit kleine Groningse dorpje.
Meters hoge sneeuwduinen en onbegaanbare wegen was het resultaat van een laag ijzel en veel stuifsneeuw uit het oosten met een harde wind. De enkeling die probeerde naar het werk te komen strandde al gauw, en de scholen werden gesloten de mensen werden geadviseerd thuis te blijven en de radio stond bij de meesten op Radio Noord, maar goed dat de mensen thuis bleven zelfs het leger werd ingeschakeld om de wegen en het spoor vrij te maken..
In de kroeg werd het steeds kouder door dat de gevel kachel de volle oostenwind op de afvoer had staan en steeds uitwaaide, en één kachel kon de ruimte niet warm krijgen want het vroor dat het knapte, en de buitendeur kwam regelmatig open iedereen was toch thuis en de vrijgezellen vonden dit slechte weer wel goed even bijpraten om de stamtafel over wie er gestrand was onderweg. He, kastelein zat de kachel es wat hoger riep een van de gasten, dat wil niet zuchtte de man het kreng waait iedere keer uit maar de monteur komt er zo aan. Een kwartier later kwam de monteur binnen glijden net een ijspop, hé buurman riep een van de gasten, je wilt zeker wel een beerenburger om op te warmen?
Ja, doe maar één buurman, dan zal ik die kachel es aan de praat maken, zo gezegd zo gedaan. De kachel brandde zoweer maar ging ook zomaar weer uit, de kroeg staat op de hoek en vlak naast de molen, daar draaide de wind als een gek omheen, maar iedere keer als de monteur de kachel weer aan de gang kreeg, kreeg hij weer een borreltje van de stamgasten die hadden daar wel schik in.
Opeens kwam de kasteleinsvrouw tevoorschijn met een grote pan erwtensoep, die werd op die andere kachel gezet, soepkommen voor de dag en iedereen die binnenzat of naar binnenging kreeg een kom erwtensoep, nou zei de monteur dit is grandioos, zolang het slecht weer blijft kom ik regelmatig langs om de kachel te controleren, “ja”zei zijn buurman en ik ga met je mee stel je voor dat je uitglijd, nou de heren hebben het geweten ze kwamen drie dagen op de knieën thuis en ze kregen iedere keer een donderpreek van hun vrouw, maar ja ze hadden een goed excuus:”We kunnen de mensen niet in de kou laten zitten”.
Tijdens dit slechte weer raakten de voorraden ook op zo had de bakker geen meel meer, de slager raakte ook in een rap tempo door zijn voorraden heen, de buurtwinkel raakte ook al aardig leeg de mensen begonnen te hamsteren, de kastelein krabbelde zich ook al achter zijn oor dit wordt krap jongens met het bier, nou zei een van de zonen van de veerijder wij gaan morgen proberen om in de stad te komen we hebben nog stieren op de wagen staan die moeten naar het slachthuis maar we konden niet verder die worden nu bijgevoerd en staan goed beschut, misschien kunnen we dan wel gelijk bier meenemen, nou dat is net wat zei de kastelein, ik zal es bellen met de vertegenwoordiger van mijn leverancier, die was dol enthousiast en vroeg of ze ook bier mee konden nemen voor de omliggende dorpen, ja dat kan wel als je regelt voor een goede vergoeding voor de jongens en voor de veerijder dan wordt dat geregeld, de volgende dag keek menig kastelein raar op dat hun voorraden geleverd werd met een veewagen, maar de zonen van de veerijder en de kastelein vonden het best goed ze hadden een leuke dag eerst naar het slachthuis met de stieren en later bier rondbrengen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten