Jaargang 4 2017 nummer 3
Ik wou.....dat ik rijk was....en niet zo knap!
Zus Jannie heeft verkering met Herman uit Amwersfoort.
Hij heeftt een tip over een bollenboer op Tecel.
Bij wie hij met een ploeg jongens uit Amersfoort heeft gewerkt.
De boer heet Rijk en heeft een bedrijfje in de buurt van De Koog, richting De Cocksdorp.
Via Herman kunnen we er in de zomer terecht.
Op Texel rijd ik De Koog voorbij De Cocksdorp.
Op een gegeven moment ga je links af een boerenerf op met twee karrensporen (lees trekkersporen).
Tegen de duuinen ligt het bedrijf van de familie Rijk.
De oudste zoon woont op het bedrijf.
Gerard woont in Den Burg.
Bij aankomst blijkt dat de rest van de ploeg uit Amersfoorters bestaat.
Dat blijkt traditie te zijn geworden.
Boer Rijk word door ons Boer genoemd en zijn broer met wie hij het bedrijf runt, noemden we gewoon Gerard.
Vader Rijk is er ook nog.
Hij is een grote stugge, zwijgende man.
De broers Lies en Gerard zijn voor ons sympathiek.
Gerard gaat stilletjes zijn eigen gang en is de man, die met de trekker voor ons de voren open legt, waaruit we de bollen moeten rooien en bij elkaar leggen om te drogen in de zon.
Technische knobbel
Gerard blijkt een kunstenaar te zijn die veel op heeft met techniek.
Thuis heeft hij een complete kermis op schaal gebouwd met vooral draainokens, die ook echt draaien met muziek erbij.
we bezoeken hem eens op een zondagmiddag en hij blijkt dan helemaal op te leven.
Hij is ook verantwoordelijk voor de schudmachine die hij heeft gebouwd om de gedroogde bollen te ontdoen van overbodige grondresten waarna ze geraapt worden en via mandjes in kisten worden gestort of in zakken geleegd.
Gerard wekt bij ons de indruk dat hij alle werkzaamheden verricht puur om den brode.
Voor hem begint het leven als hij kan gaan knutselen.
Hoofdzakelijk narcissen
Van de zomer moeten ze het natuurlijk hebben.
Behalve wat krokussen en andere kleinere bolletjes worden er vooral trompetnarcissen gekweekt volgens contract voor een bedrijf in Amerika en de kwaliteit van deze narcissen is bijzonder goed. Later in onze eigen tuin komen we daar wel achter.
Groente en vlees werd voor ons meehekookt
Rijk is getrouwd met een roodharige vrouw.
Ze hebben twee kinderen Arie en Liesbeth enb vooral met Liesbeth klikt het.
Het is leuk om met haar om te gaan.
Ze is ad rem, vindt het leuk om een praatje te makrn en is tegen de 8 jaar een leeftijd waarop kinderen heel gewoon en natuurlijk met volwassenen kunnen omgaan.
Arie is wat stiller, van hem merk je niet zoveel.
Voor mezelf is het belangrijk te bewijzen, dat ik goed met kinderen overweg kan, dus heb ik er alle tijd voor.
Een beetje stoeien en donderjagen zit er altijd wel in als we 's avonds bij de pomp staan af te wassen en we de toe geslopen Liesbeth met water gingen gooien.
Ze vertelt ons dan, wat we te eten krijgen, want de vrouw van de boer, kookt elke avond groente en vlees voor ons mee en dat kan ze heel goed.
Aardappelen schillen en koken in het boetje
De aardappelen schillen en koken we zelf op een gastoestel dat staat in het schuurtje (boetje) waarin drie stapelbedden staan en een tafel.
We eten op bed zittend, omdat er verder geen ruimte is.
Onze bagage ligt ook onder de bedden of op een bed dat onbezet blijft.
Het is een klein schuurtje, maar we doen er niets anders dan slapen of liggen.
Als het droog is, zijn we altijd buiten.
Tussen de middag eten we ladingen brood en drinken we verse melk die we halen bij een boer verderop in een emmer.
We vinden het heerlijk die rauwe melk en halen elke dag verse.
Op de fiets is het nog een hele kunst de spattende melk binnen de emmer te houden.
Soms moet je 's avonds na het eten nog naar De Koog op een geleende fiets om boodschappen te doen, maar meestal ben je zo bekaf van het werken dat je na het eten gaat uitbuiken.
Na een uur heb je alweer trek en worden zakken vol pel pinda'opgegeten.
We besluiten de avond met een eitje geklutst in cognac of we drinken een glas cognac met cola en slapen als varkens tot we door de boer gewekt worden.
Dollen om de eentonigheid van het werk te verdrijven
Hij roept ons om zes uur.
Om zeven uur is het werken geblazen na het ontbijt van brood en het klaarmaken van het brood voor de koffiepauze.
Bij goed weer werd er gerooid en om de verveling van het eentonige werk te verdrijven, ging je allerlei dingen bedenken, zoals het neerleggen van de bollen in een boog.
Zo snel werken dat de trekker het niet kon bijhouden, achterstevoren werken tot en met het stoien of vechten of dollen met je collega's/
een Amersfoorter begon te roepen dat hij wilde dat hij Rijk was en niet zo knap.
Bedacht hij het zelf
We vonde het heel geestig en vooral toen hij het regelmatig langs de neus weg opmerkte, als Rijk in de buurt was, die wijselijk niet reageerde.
Als het regent wordt er niet gerooid omdat je soms letterlijk in de modder komt te liggen.
Er is dan wel een loods met wat tafels met krokussen die gepeld of gescheurd moeten worden.
Om een uur of 10 hebben we koffiepauze.
We eten brood en drinken net zoveel kpffie als we willen.
Om twaalf uur is de lunch en gaan er hele broden door..
Het beleg bestaat bijna zonder uitzondering uit pindakaads.
Dat is gemakkelijk smeren maar en als we er even flauw van zijn nemen we tijdelijk wat anders, zoals kaas.
De middag wordt onderbroken voor een half uur theedrinken en pas om zes uur kunnen we nokken.
We gaan wassen en halen groente en vlees op.
De aardappelen zijn al geschild in de middagpauze en zo staat de hele dag in het tdeken van werken en eten.
Soms begon het weekend op zaterdag wat eerder
Op zaterdag weet je nooit wat je wachten staat, uin principe moet je de hele dag werken, maar de heren Eijk zijn het wel eens eerder zat en dan kan het gebeuren dat je soms 1 uur en soms om drie uur vrij bent.
Je gaat je goed wassen voor het weekend en er moeten boodschappen gedaan worden voor de volgende week.
Meestal bestaat het weekend uit rusten voor de nieiwe werkweek.
We lopen wel eens naar De Koog.
We zwerven wat over het strand bijvoorbeeld naar De Slufter of we gaan zwemmen in zee bij goed weer, maar luieren is de belangrijkste bezigheid: luieren en slapen, want fysiek eist het werk heel wat, zodat van rokkenjagen niets komt, of we zelfs daar te lui of te groen voor.
Na het rooien moet er gezeefd worden.
In mandjes worden de bollen van de grond geraapt en op de trillende lopende band uitgeworpen.
Deze werkt als een zeef en ontdoet de bollen van overbodige grondresten.
Al trillend verdwijnen de bollen naar het uiteinde van de band en verdwijnen ze in zaken die door Gerard steeds worden gewisseld als ze vol zijn.
Regelmatig proberen we de zweefband over de kop te jagen door als gekken te rapen.
Gerard moet dan ingrijpen. Hij wordt dan kwaad, wat we in het begin wel grappig vinden, maar als we hem beter leren kennen niet meer.
De gevulde manden worden beurtelings door een van ons gehaald, naar de zeef gebracht en daarna uitgestort.
ook deze loper proberen we in paniek te brengen door supersnel de mande te vullen en dan luidkeels te roepen:
"Jomt er nog wat van.Tempo! Ik kan niet verder!"
Het zijn plagerijen waar we onszelf ook mee hebben, want je raakt bekaf van het houden van dit soort races.
Arbeidsvitamine
Ondertussen schallen de tophits uit de radio en raak ik helemaal op de hoogte van de popmuziek van die tijd en horen we informatieve gesprekken op de radio.
een keer gebeurt het dat we als de bliksem worden getroffen door een nieuwe plaat van de Beacht Boys.
Op mij maakte die plaat 'Good Vibrations' enorm veel indruk en steeds weer als ik de plaat later weer hoor, probeer ik in het gevoel te komen dat ik had toen ik hem voor het eerst hoorde.
Het is net of je er nooit zeker van zult zijn, dat het Good Vibrations'wel was.
Door het vele luisteren naar de radio maken we grondig kennis met de nieuwe stuk gedraaide popmuziek en de dzjingles;
'Kennen jullie deze nog',
'Hippe blitzticker voor naks' en meer van die kreten waarvan door Veronica later een speciale plaat wordt gemaakt.
Een tweedehands brommer
We verdienen het magere loontje van - schrik niet- 60 gulden in de week en dan worden we vergelijkenderwijs met de kost en inwoning meegerekend niet eens slecht betaald.
Een paar honderd gulden kon je er zeker van over houden en in een van de drie zomervakanties dat ik er gewerkt heb, neemt ik de Berini over van Rijk die hij tweedehands aanbiedt.
Trots rijd ik naar huis over de Afsluitdijk op mijn eerste brommer die ik met eigen geld zuur verdiend heb.
Daar op de Afsluitdijk ontdekte ik ook hoe stomvervelend brommer rijden is, omdat je niets te doen hegt, dan aan de gashandel draaien.
Op een gegeven ,o,ent zit ik gymoefeningen op de brommer te doen.
Leren om op een tractor te rijden
Rijk kan het wel waarderen als je leergierig bent en geeft de kans je de kans op de tractor te rijden.
Dat overkomt mij ook en het is voor mij een hele ervaring dat lompe ding aan de praat te krijgen en het ook nog te laten rijden.
Het wordt minder als er een laadwagen aangeknoopt werd, omdat je dan een heel andere draaicirkel krijgt om ergens langs te komen.
De eerste keer rijd ik een grote stapel gevulde kisten omver, omdat ik de bocht iets te krap neem, maar Rijk vindt het niet zo erg.
Hij kan je uitdagen met een opmerking, dat goed kunnen leren nog niet betekent goed kunnen trekker rijden.
Uiteraard heeft de man er waardering voor als je hard wilt aanpakken en dat doen we wel met zijn allen.
We krijgen het niet cadeau, maar we worden eerlijk behandeld.
We blijken voortreffelijk met elkaar op te kunnen schieten en dat maakt het verblijf op Texel meestal zeer aangenaam.
We trekken veel met elkaar op en bezoeken wat uitgebreider de bijzondere plekken van Texel zoals het Texels Museum.
Narcissen "koken"
Aan alles komt een eind als er geoogst is en gescheurd.
De spanen worden gescheiden van de moeren (zeg maar de moeder-bol).
Verpakt in grote kisten met de letters EXPORT komen ze terecht in de Verenigde Staten.
De moeren worden vervolgens "gekookt", zoals dat heet.
Ze komen in een bad van 40 tot 60 graden, waardoor ziekte in de bol voorkomen kan worden.
De rooiploeg zwaait af na drie weken en slechts een enkeling kan blijven om te helpen bij het "koken" en daarna bij het herplanten.
Het is ons uitstekend bevallen.
Elke dag buiten is veel prettiger dan het werken in een stinkende fabriek in de zomer.
Het jaar daarop[ doe ik mijn schoolmeesters examen en Thijs en ik vertrekken voor de tweede keer naar Texel.
Als ik pedagogiek ga studeren, besluit ik na het afronden van het eerste studiejaar nog een keer te gaan en het valt niet tegen.
Het terugkomen op het eiland is telkens weer een feest van herkenning.
De suggestie van het afgesloten zijn van de buitenwereld en het terechtkomen in een wereld op zich, onderga ik sterk.
Texel kun je op een geweldige manier befietsen.
Soms huren we een tandem en jagen met een rotgang door de duinen waar niet een schelpenpad maar een betonnen pad is neergelegd.
Dat maakt Texel weer anders dan de andere Waddeneilanden.
Onherkenbaar veranderen
Dit jaar ben ik 72 jaar.
Dit jaar waren we met de hele familie op Texel.
Samen met mijn vrouw speurden we naar het gedoetje van boer Rik.
De eerste keer met de auto, niet gelukt.
Met de fiets was het veel beter.
Na De Slufter kwamen we langs het fietspad bij het huis met brocante schuur Akiab.
We vroegen de vriendelijke dame.
"Kun u ons helpen?
We zoeken het huis van de familie Rijk".
Ze kan ons meer vertellen, dan we zouden bevroeden!
Ze vertelde dat ze de familie Rijk heel goed ken.
Enige jaren geleden is het huis afgebroken en is er een luxe villa gebouwd.
Ze wijst ons vervolgens de weg naar de plek waar het huis heeft gestaan.
Wij volgen het pad en komen op de plek....
....Onherkenbaar, wat is het veranderd!
Ingeleverd voor de verhalenmiddag 2016 van het Texelfonds door Jan Thijs de Haan
Met mijn CANON gemaakt
LIESBETH
Wat leuk allemaal, Jan Thijs!
Ik ben benieuwd....
Nu heb ik weer een andere bril :( haha.
Hartelijke groeten!